Voorziening afvalstoffenheffing
Ten tijde van het vaststellen van de ontwerpbegroting 2019 was er een afname van de voorziening afvalstoffenheffing geraamd van circa € 5,6 mln. Op basis van huidige inzichten wordt een afname verwacht van circa € 2,6 mln. De begroting 2019 is hier ook op aangepast.
Het verschil wordt voornamelijk verklaard door hogere baten (€ 1,9 mln.) Als gevolg van de groei van de stad en afgenomen leegstand, is er sprake van een incidenteel voordeel op oude belastingjaren alsmede een structureel voordeel. Daarnaast is er een voordeel i.v.m. hogere huurinkomsten, hoger dividend HMS en meer boetes die zijn opgelegd.
Tevens vallen de lasten € 1,1 mln. lager uit. Dit voordeel wordt verklaard door lagere inzamel en verwerkingskosten, minder kwijtscheldingen, en diverse overige kleine voor- en nadelen.
In 2019 vindt er een aanbesteding plaats van een nieuw afvalverwerkingscontract en heeft het rijk een verhoging doorgevoerd op de verbrandingsbelasting. Deze effecten zijn verwerkt in een nieuwe meerjarenraming voor de afvalstoffenheffing (zie ook programmabegroting 2020).
Op basis van de huidige inzichten wordt er in 2021 een omslagpunt bereikt waarbij het tarief niet langer kostendekkend is en de voorziening ook niet meer toereikend is. Voor de periode na 2020 worden maatregelen voor de verwerking van de gestegen kosten onderzocht en in 2020 ter besluitvorming voorgelegd.